Het verhaal wordt verteld vanuit de man. Hij is de ik persoon en we weten verder niet wie hij is. We volgen zijn leven van alledag en krijgen daarbij direct zijn gedachtes, twijfels en overdenkingen mee. De man heeft een vriendin, een huisgenoot, een studie en eigenlijk al het andere dat je van een twintiger kan verwachten. Tot het moment dat hij zijn vriendin kwijtraakt. Het gaat niet uit, ze verongelukt niet, ze verdwijnt. Met haar lijken andere delen van het leven van de man te verdwijnen. Hierbij slaat de twijfel toe: verdwijnen ze of zijn ze er nooit geweest?
De man die dacht dat hij thuis kwam
